Newsroom VI – Huisman & Van der Meer: Autobiografische tekst & context
Datum: vrijdag, 27 mei, 14:00-17:00
Locatie: Universiteit van Amsterdam, PC Hoofthuis (Spuistraat 134), lokaal 5.59
Open voor promovendi en stafleden. (Stuur voor de aanmelding svp een mailtje naar s.besser@uva.nl)
*
De afgelopen decennia kennen een levendige productie van autobiografische geschriften waarin een “ik” de eigen ervaringen tot onderwerp van representatie heeft gemaakt. Werken over gezondheid en ziekte, geluk en ongeluk, sterven en rouwen maken van die productie een belangrijk deel uit. De autobiografieën kennen een brede lezerskring en krijgen vaak veel aandacht in de media en de kritiek. Dat kan mede worden begrepen tegen de achtergrond van de enorme maatschappelijke belangstelling voor de thematiek van de werken. In deze ‘newsroom’ reflecteren Krina Huisman (RUG) en Anne-Fleur van der Meer (VU) op de relaties tussen autobiografische geschriften en hun omringende gezondheid/welzijnscultuur en op de manier waarop deze relaties kunnen worden bestudeerd.
Uitgangspunt is de constatering dat autobiografische literatuur, waarin in de eerste plaats uitdrukking is verleend aan particuliere ervaringen van een “ik”, tezelfdertijd zijn ingebed in (en refereren aan) discussies, opvattingen, normen en kennis over deze ervaringen in de cultuur. Hoewel de onderzoekers zich ieder in verschillende fasen van hun promotieonderzoek bevinden, hebben zij vergelijkbare theoretische en methodologische vraagstukken geïdentificeerd die bij de bestudering van de relaties tussen tekst en context aan de orde zijn; niet voor niets is ‘the conceptualisation of the relation between tekst and context’ en ‘the analysis of how literary texts are interwoven with cultural contexts’ door Astrid Erll beschreven als ‘one of the major challenges’ in de literatuur- en cultuurwetenschap (2008, 90).
Anne-Fleur van der Meer doet onderzoek naar de representatie van (wetenschappelijke kennis over) depressie in autobiografische literatuur waarbij zij zich afvraagt hoe kennis over depressie in en door literatuur verspreid wordt. De concepten ‘intertekstualiteit’ en ‘interdiscursiviteit’ (o.a. Allan 2008, Kemperink en Vermeer 2008 en Claes 2011) zijn daarbij relevant. Krina Huisman doet onderzoek naar de rol van populaire Nederlandstalige rouwliteratuur in de circulatie van culturele opvattingen en normen van rouw. Het concept ‘cultural template’ (Herman & Vervaeck forthcoming, Ansgar Nünning 2012, 2014) speelt een belangrijke rol in de bestudering van de relatie tussen tekst en context evenals Paul Ricoeurs hermeneutische model (Mimesis I,II,III).
De promovendi zullen tijdens de bijeenkomst ieder kort hun onderzoek voorleggen. Esther op de Beek (UL) – zij werkt aan een onderzoek naar representaties van geluk in hedendaagse literatuur – en Stephan Besser (UvA) – wiens onderzoek zich momenteel richt op tropen en narratieven van de contemporaine neurocultuur – zullen als referenten optreden. Onder meer de volgende vragen zullen in de discussie centraal staan: 1. Op welke manieren wordt er in hedendaags literatuurwetenschappelijk onderzoek over de relatie tussen (autobiografische) tekst en ‘context’ gesproken? 2. Hoe kan deze ‘context’ in kaart worden gebracht? 3. Welke methoden en concepten kunnen worden gebruikt om de relatie tussen tekst en ‘context’ te analyseren en te beschrijven?
Literatuur (optioneel):
Kemperink, Mary en Leonieke Vermeer. ‘Literatuur en wetenschap: een dynamische en complexe relatie.’ Nederlandse Letterkunde 13 (2008) 1: 33-66.
Nünning, Ansgar. ‘Narrativist Approaches and Narratological Concepts for the Study of Culture’. Travelling concepts for the Study of Culture. Eds. Ansgar Nünning and Birgit Neumann. CSC: Concepts for the Study of Culture, 2. Berlin, New York: de Gruyter, 2012. 145-183.