OSL-training – Academic Rhetorics

OSL-training – Academic Rhetorics

Data: 6 februari, 20 februari, 20 maart, 3 april, 17 april
Tijd: 14.00 – 16.30
Locatie: PC Hoofthuis – Spuistraat 134, Amsterdam.
6 februari – PCH 5.37, 20 maart – PCH 5.37, 3 april – PCH 4.59, 17 april – PCH 4.59
(NB: 20 februari is komen te vervallen)

Registratie: De cursus is bedoeld voor RMA-studenten en promovendi. Geïnteresseerden dienen zich van te voren aan te melden, tenminste vóór 1 februari 2013, door een mail te sturen naar Eloe Kingma (osl-fgw@uva.nl)

Docenten: Sander Bax en Saskia Pieterse

Onderzoeksresultaten worden niet gepresenteerd in een lege, neutrale ruimte. Integendeel: er is altijd al een debat, en met het naar buiten brengen van nieuwe resultaten neemt een onderzoeker gewild of ongewild ook een retorische positie in, gaat hij of zij impliciet of expliciet het debat aan met collega’s. Het adequaat presenteren van onderzoek is dus niet alleen een kwestie van inhoudelijk een helder verhaal vertellen. Het betekent ook: het eigen verhaal op een vruchtbare manier kunnen positioneren ten opzichte van de al lopende vakdiscussies. Deze cursus heeft daarom tot doel:

  • deze retorische gepositioneerdheid van ieder onderzoek zichtbaar te maken,
  • inzicht te krijgen in de abstracte academische waarden die onlosmakelijk met deze retorische praxis zijn verbonden,
  • promovendi te oefenen in manieren om wendbaar en adequaat van deze praxis gebruik te maken, en waar nodig zich er kritisch toe te verhouden.

De cursus wil speciaal aandacht schenken aan interdisciplinaire vakdiscussies. De literatuurwetenschap onderhoudt nauwe relaties met andere wetenschapsgebieden zoals de cultuurstudies, de sociologie, de geschiedwetenschap en de filosofie. Onderzoek is altijd onderdeel van een debat dat zich tezelfdertijd of in verschillende fasen afspeelt in de eigen discipline én verschillende andere disciplines. Onderzoekers moeten daarom niet alleen kunnen communiceren met hun directe vakgenoten, maar ook open staan voor retorische vormen en gebruiken van andere vakgebieden, die wellicht sterk verschillen van de eigen traditie. Overigens: waar nodig zullen niet alleen disciplinaire, maar ook nationale verschillen aan de orde komen.

In de syllabus worden theoretische teksten opgenomen die veel nieuwe  onderzoeksperspectieven hebben geopend — in zeer uiteenlopende disciplines — en ook veel debat hebben gegenereerd. Wij vragen de promovendi een presentatie voor te bereiden waarin ze hun eigen onderzoek positioneren ten opzichte van één theoretische tekst uit deze syllabus(het liefst inclusief het debat dat rondom deze teksten gevoerd wordt). Daarna zal er een goed geleide wetenschappelijke discussie plaatsvinden, waarin de gekozen positie bevraagd en bekritiseerd zal worden. Ten slotte reflecteren we met de gehele groep op de discussie die zojuist heeft plaatsgevonden. In die reflectie komen technische aspecten van het presenteren aan de orde, maar ook de vraag wanneer je een retorische ruimte creëert die open is, en wanneer je een meer defensieve of gesloten positie inneemt.

Elke sessie duurt drie uur en vraagt intensieve deelname van de onderzoekers. Daarom moeten de deelnemers van te voren aangeven dat ze alle bijeenkomsten bij zullen wonen.

Opzet
Openingssessie 14.00-16.30

Voertaal: Engels of Nederlands (afhankelijk van deelnemers)

Groepsgesprek over de waarden die ten grondslag liggen aan het wetenschappelijk debat. In het bijzonder kijken we hoe deze abstracte waarden de basis leggen voor een vruchtbare retorische praxis, en wanneer hier iets misgaat.

Daarna oefenen we via enkele werkvormen met situaties die zich tijdens congressen of lezingen kunnen voordoen. Belangrijke concepten daarbij zijn: de openheid van het debat en het fenomeen van het spiegelen. Hoe zorgen we ervoor dat we elkaar zo goed mogelijk begrijpen? En is begrijpelijk zijn wel altijd hetzelfde als overtuigend zijn, hoe zorg je ervoor dat beide elkaar versterken? Hoe zorgen we ervoor dat alle deelnemers aan een academische discussie er iets van leren? Ook reflecteren we uitgebreid op het gebruik van Engels. De promovendi krijgen gerichte adviezen over taalgebruik. Daarnaast behandelen we interculturele vragen als: hoe gedragen Nederlanders zich op internationale congressen? Hoe is het om als niet-Nederlander te functioneren in de Nederlandse academische context?

Sessie 2 tot en met 5 14.00-16.30

Van tevoren worden de rollen verdeeld. Twee deelnemers houden een presentatie en twee nemen de rol van chair op zich. Dat betekent dat zij de sprekers kort moeten inleiden, dat zij de tijd bewaken en dat zij de discussie na afloop leiden. Van de overige deelnemers wordt verwacht dat zij zich gedragen alsof we ons op een normale, internationale conferentie bevinden: zij moeten een goede, academische discussie voeren. Op verzoek van de spreker kunnen bepaalde deelnemers een specifieke rol toegewezen krijgen (zoals het stellen van een vijandige vraag).

Voertaal: Engels Presentatie 1

Introductie (15 min)

15-20 minuten presentatie en 15-20 minuten navolgende vragensessie die wordt geleid door iemand uit de groep. 20-30 minuten: reflectie op wat er tijdens presentatie en discussie zoal gebeurde. Aan de hand daarvan, eventueel: herhaling en oefening van wat er is gebeurd.

Pauze: 15 minuten

15-20 minuten presentatie en 15-20 minuten navolgende discussie die wordt geleid door iemand uit de groep. 20-30 minuten: reflectie op wat er tijdens presentatie en discussie zoal gebeurde, bespreking van structuur van de presentatie, proces en Engels. Aan de hand daarvan, eventueel: herhaling en oefening van wat er is gebeurd.

Literatuur

De deelnemers zal voorafgaand aan de cursus gevraagd worden om artikelen voor te stellen die wij vervolgens in de digitale syllabus op kunnen nemen.

Programma

  • 6 februari, 14.00-16.30
  • 20 februari, 14.00-16.30
  • 20 maart, 14.00-16.30
  • 3 april. 14.00-16.30
  • 17 april, 14.00-16.30